prikslee

Collectienummer
onbekend
Initialen
Collectie
Datering
niet aanwezig
Object
Materiaal
Schilder
Ondergrondkleur
Periode
 
 
Beschrijving

De zijkanten van deze prikslee zijn versierd met een rand snijwerk, die in verschillende kleuren is opgewerkt. Bij de slee horen twee prikstokken.
Deze slee is bekend uit de catalogus van de tentoonstelling De Muze van Hindeloopen. In de beschrijving staat: “Jan Sikkens (1897-1919) amateursnijder: nr. 38 - prikslede, hakkebordvoorstelling: de kruisdraging; beschilderd door Lodewijk P. Sikkens (1862-1923)."


Als we er vanuitgaan, dat dit dezelfde slee is, zou het kunnen betekenen, dat zoon Jan, die later zijn brood verdient als timmerman, de slee voor zijn vader gemaakt heeft. Het zal een van zijn weinige werkstukken voor het bedrijf zijn geweest, want Jan, dan 22 jaar oud, verhuist al op 3 juli 1919 naar Amsterdam. Waar hij woont tot zijn overlijden in 1972. De datum van overlijden is in de catalogus dus onjuist vermeld!
Bron: catalogus van de tentoonstelling De muze van Hindeloopen, Museum De Hidde Nijland Stichting, 1959.

De prikslee werd in de 18e eeuw vooral door vrouwen en meisjes op het ijs gebruikt. Ze zaten met de rug tegen de achterkant. Het richeltje op het zitgedeelte voorkwam, dat ze naar beneden gleden. De voeten staken voor de prikslee uit.
De scherpe, ijzeren punt van de stokken werd in het ijs gestoken om zich af te kunnen zetten. Op deze manier konden ze hele tochten ‘prikken’.
Maar ook jongens en mannen namen voor spel of plezier op de prikslee plaats. Koudum was een favoriete bestemming. De prikslee wordt in Hindeloopen nog steeds gebruikt als er ijs ligt.

Kenmerken van prikslee
Details van prikslee

Op het hakkebord van de prikslee prijkt een uitgesneden Bijbelse voorstelling: De kruisdragende Heilant, Lucas XXIII 26.
De kruisdraging Lucas 23:26-31 Kruisiging en graflegging 
26 Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam. Ze legden het kruis op zijn rug en lieten het hem achter Jezus aan dragen.
27 Een grote volksmenigte volgde Jezus, evenals enkele vrouwen die zich op de borst sloegen en over hem weeklaagden.
28 Jezus keerde zich echter naar hen om en zei: ‘Dochters van Jeruzalem, huil niet om mij. Huil liever om jezelf en je kinderen,
29 want weet, de tijd zal aanbreken dat men zal zeggen: “Gelukkig wie onvruchtbaar is, gelukkig de moederschoot die niet gebaard heeft en de borst die geen kind heeft gezoogd.”
30 Dan zullen de mensen tegen de bergen zeggen: “Val op ons neer!” en tegen de heuvels: “Bedek ons!”
31 Want als dit gebeurt met het jonge hout, wat zal het verdorde hout dan niet te wachten staan?’

Bron: De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap

 

 

Op het hakkebord (de achterkant van de slee) prijkt een uitgesneden Bijbelse voorstelling: De kruisdragende Heilant, Lucas XXIII 26.
Voor dit soort voorstellingen werd altijd een prentenbijbel als voorbeeld gebruikt. In dit geval gaat het om een prent uit: Bijbelprenten, Lünenburg 1672, maker onbekend.

De vrouw ondersteunt haar hoofd met haar rechterhand.

Op beide zijkanten van de slee is een vrouw afgebeeld.

Op beide zijkanten is, vlakbij de voeten van de vrouw, een vogel geschlderd.
Op het monochroom geschilderde zitvlak is eveneens een vogel afgebeeld.
In de krul, op de beide zijkanten, is een vogel uitgesneden.

Lodewijk en Laurentius Sikkens

In de familie Sikkens is een aantal beschilderde voorwerpen bewaard gebleven.
Of vader Lodewijk of zijn zoon Laurentius ze beschilderd heeft is op grond van het ‘handschrift’ moeilijk te definiëren. Duidelijk is wel dat in de werkplaats waarschijnlijk alleen deze twee Hindelooper schilders echt actief zijn geweest.


De Sikkensstijl is duidelijk herkenbaar en afwijkend van die van andere werkplaatsen, maar onderscheid tussen het werk van Lodewijk en dat van Laurentius is niet makkelijk hard te maken. De verschillen tussen beide ‘handschriften’ zijn niet groot, al is er soms wel een afwijking te zien bij de taferelen. De ene keer zijn de voorstellingen en de vrouwenfiguren tamelijk primitief en houterig. De andere keer spreekt er meer vaardigheid uit. Er is tussen 1902 en 1928 wel sprake van een zekere ontwikkeling. Vooreerst gaan we af op de informatie van familie en musea.
Het Sikkenswerk is niet gesigneerd, noch voorzien van een jaartal. Er is echter een uitzondering: een butte, die beschilderd is naar achttiende-eeuws voorbeeld. Daarop staat het jaartal 1912 en de initialen L.P.S. (Lodewijk Petrus Sikkens). Maar betekent dat hier de maker of de eigenaar?

Lodewijk Sikkens
Lodewijk Sikkens maakt Hindelooper schilderwerk van 1902 tot 1923. Hij wint prijzen in Berlijn en Brussel. In september 1919 is de grote tentoonstelling van plattelandsbedrijven in het Nederlands Openluchtmuseum, waarbij op een foto is te zien, dat de familie daar met veel Hindelooper schilderwerk naar toe is gegaan.
Diverse werkstukken zijn door familieleden aan Lodewijk toegeschreven, zoals o.a. bij een schenking van een zestal voorwerpen aan het Nederlands Openluchtmuseum in 1958.

Laurentius Sikkens
Laurentius, de zoon van Lodewijk, heeft eveneens talent en komt in 1919 officieel bij zijn vader in de zaak. Mogelijk hebben zij sommige voorwerpen (deels) samen beschilderd.
Na het overlijden van Lodewijk in 1923 zet Laurentius het bedrijf nog vijf jaar voort.
Later volgt Laurentius de opleiding aan de tekenschool. Er zijn diverse schilderstukken bewaard gebleven, die door de familie ook expliciet aan hem zijn toegeschreven.

Kenmerken van Sikkens, Lodewijk

Een zeer kenmerkend motief voor Sikkens is de bloemencombinatie van een hondsroos met aan weerszijden een (halve) papaverbol.