Hakkebord van een fluitschip

Nieuws van Museum Hindeloopen

Graag praat ik u weer even bij over het museum. In de zomer heb ik het inhoudelijk verhaal, de rode draad van de nieuwe inrichting, in tekst voltooid. Uiteindelijk moet het museum vol komen met voorwerpen en niet alleen met teksten. Daarom ben ik afgelopen maand druk bezig geweest met het zoeken naar voorwerpen voor in het nieuw in te richten museum. Naast dat ons museum een mooie collectie aan Hindelooper schilderwerk, streekdracht, textiel en objecten over de Oostzeehandel heeft, zijn er ook veel mooie voorwerpen in de Nederlandse musea te vinden. Zo hebben onder andere het Fries Museum, het Nederlands Openluchtmuseum mooie Hinderlooper schilderwerk meubels en ook Hindelooper streekdracht en een heel mooi vrouwenjack is in bezit van het Rijksmuseum in Amsterdam. Ook de Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam en Maritiem Museum in Rotterdam hebben mooie voorwerpen over de Oostzeehandel. Eén voorwerp viel me in het laatste museum speciaal op en wel een schilderij van Cornelis Claesz van Wieringen (1577 – 1633), getiteld ‘Houthalen met schepen uit de Nederlanden in een Noorse baai’. Het is een olieverfschilderij op paneel, geschilderd ergens tussen 1620 en 1630. Het schilderij is nog geen meter breed, maar als je goed kijkt is het schilderij eigenlijk een soort stripverhaal waarin precies te zien is hoe het hout door veel Hindelooper schippers en bemanningen meer dan twee eeuwen werd opgehaald uit de Oostzee. Met dit hout halen hebben de Hindelooper schippers veel rijkdom vergaard en is mede de oorzaak van dat Hindeloopen zo’n welvarend stadje werd.

Maar niet alleen Hindeloopen dankte er zijn welvaart aan. Ook Holland werd er rijk door. Johan de Witt noemde de Oostzeehandel de moedernegotie (de moeder van alle handel). Zonder deze handel was er ook geen VOC en WIC geweest en daar mag Hindeloopen best een beetje trots op zijn.

Weer even terug naar het schilderij, want je zult wel afvragen wat ik bedoelde met een soort van stripverhaal. Op het schilderij is eigenlijk te zien wat er met het hout gebeurde voordat het werd geladen in het schip. Het schilderij moet je van links naar rechts ‘lezen’. Links komen de boomstammen met de rivier mee naar de kust. Een deel van de bomen wordt tot planken in diverse lengtes en diktes gezaagd en op de kust opgestapeld om vervolgens met kleine sloepjes naar de wachtende fluitschepen te brengen. Per vlot gingen de planken naar het schip. De kleine stammetjes gingen in de sloep en de boomstammen werden getrokken. Vervolgens werd het hout via laadpoorten het schip in gebracht. Dat Hindeloopers meesters waren in het beladen van de schepen heeft hen geen windeieren gelegd. De lange boomstammen gingen via laadpoorten de achtersteven van het schip in. De planken en korte delen gingen midscheeps ook via laadpoorten het schip in. Lange tijd was onduidelijk hoe fluitschepen met hout beladen werden.

Door maritieme scheepsarcheologie is er afgelopen decennia veel kennis opgedaan en hoewel meeste wrakken langs de kusten naar de Oostzee geen goed onderscheidbaar ruim hadden zijn vaak de laadpoorten wel zichtbaar die daarmee meteen duidelijk maakte dat het schip gebouwd en of gebruikt is voor de houtvaart.

Een ander leuk voorwerp wat ik ben tegengekomen is een hakkebord van een fluitschip. Het is 180 x 80 cm groot en hangt in een kerk in Denemarken. Een hakkebord is de versierde achtersteven waarop vaak de naam van het schip werd afgebeeld. Dus fluitschip De Zwaan had dus vaak een zwaan afgebeeld op zo’n hakkebord. In de kerk hangt een hakkebord van Abrahams Offer. Het hakkebord dat het jaartal 1639 draagt en bovenin het wapen van Hindeloopen, is waarschijnlijk aan de noordkust van Denemarken gezonken waarbij het hakkebord aan land gebracht is. Mogelijk had het fluitschip ook de naam Abrahams Offer en omdat het een bijbelse voorstelling heeft, heeft het nu bijna vier eeuwen overleefd aan de muur van een Deense kerk. Ik zou het hakkebord graag naar Nederland halen. Weinig kans dat de kerk het wil afstaan, maar mogelijk is er een gipsen afdruk van te maken zodat hij als pièce de résistance in het museum kan hangen. Ach, ik hou van groot dromen, maar wie weet. Dit even uit Museum Hindeloopen.

Bernard Hilgers
directeur Museum Hindeloopen