Nieuws over de collectie

‘With a little help from my friends…’

Het vaandel van het Stedelijk Muziekkorps uit 1946
 
Het voorjaar van 2020 zou in het teken staan van 75 jaar bevrijding Hindeloopen. Het driedaags bevrijdingsfestival in april wordt uitgesteld en ook de tentoonstelling in Museum Hindeloopen opent nu later. Eén van de pronkstukken van de tentoonstelling is het vaandel van het Stedelijk Muziekkorps van Hindeloopen, recent naar het museum overgebracht vanuit het gesloten gebouw Irene.
Na de oorlog, in 1946, besluiten de twee oudere muziekkorpsen van Hindeloopen te fuseren. Voor het nieuwe korps wordt een nieuw vaandel gemaakt. Op fluwelen stof is onder meer een fluitschip met de naam ‘Fusie’ geborduurd. Het vinden van de stof is in ‘herrijzend Nederland’ nog een heel probleem. Fluweel is niet te krijgen. Gelukkig is er hulp van overzee. Tijdens de oorlog hebben onder meer veertien Joodse onderduikers een veilig heenkomen gevonden in Hindeloopen. Na de oorlog is een aantal van hen geëmigreerd naar Amerika. In welvarend naoorlogs Amerika, is de luxe stof wel voorhanden. Uit dankbaarheid sturen de Joodse families stof naar Hindeloopen. De foto toont de leden van het Stedelijk Muziekkorps, met rechts het nieuwe vaandel. Deze foto is gemaakt om het vaandel – en de dankbare leden van het korps – te laten zien aan de Amerikaanse vrienden.

 

Portretten van Hidde Nijland, de stichter van ons museum

Inmiddels zijn de twee prachtige portretten gerestaureerd. Tijdens de jaarvergadering van de Vrienden van Museum Hindeloopen, op 10 april jl., is uitleg gegeven over het restauratieproces. Het ene portret is geschilderd door de bekende schilder Jozef Israëls, het andere portret door Dirk Hidde Nijland, de zoon van Hidde Nijland. Beide portretten zijn in volle glorie te bewonderen in het museum.

 

’t Sylhús, een zomerse aanwinst

In december 2016 werd het museum verrast met een schenking, een schilderijtje van Walter Stoelwinder, speciaal voor het museum aangekocht door de Boersma-Adema Stichting.
 
Dhr. Wiebe Adema overhandigde het kunstwerk aan het bestuur bij zijn afscheid als bestuurslid van de Hidde Nijland Stichting. Afgebeeld is het meest geschilderde gebouw van Hindeloopen: ‘t sylhús met de sluis.
 
Walter Stoelwinder werd geboren in 1948 te Gorredijk. Hij studeerde fotografie aan de Nederlandse Fotovakschool te Den Haag en werkte jarenlang als zelfstandig fotograaf. Na het volgen van enige schilderworkshops besloot hij de fotografie in te ruilen voor de schilderkunst.

 

 

 

 

 

    

                  olieverf op board, 2014, 30x24 cm excl. lijst

Het sylhús is door hem geschilderd met een losse toets, waardoor het pas op enige afstand tot z’n recht komt. Bij alles wat hij schildert, probeert hij zijn gevoel vast te leggen en over te brengen op de toeschouwer. Het schilderij van it sylhús is bijzonder fris van kleur. Wat voor gevoel het werk uitstraalt, laten wij graag aan uw interpretatie over.

 


Meisje in Hindelooper interieur

Deze nieuwe aanwinst, een olieverf op doek, is rond 1890 geschilderd door Martin Friedrich Rau (Berlijn 1858 - ca.1935). Afgebeeld is een jonge vrouw, die in een zonovergoten Hindelooper interieur voor de spiegel haar kleding staat te schikken.
Martin Friedrich Rau schilderde uitgebreid in Nederland en de lage landen en werd grotendeels beïnvloed door de Hollandse School.
In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond ook in Nederland een algemeen groeiende interesse in o.a. historie, folklore en ambacht. De Hindelooper cultuur kwam in het middelpunt van de (inter)nationale belangstelling te staan na de Historische Tentoonstelling te Leeuwarden, gehouden in 1877. Het hoogtepunt van de daar uit heel Friesland geëxposeerde voorwerpen was een compleet ingerichte Hindelooper kamer, nu nog steeds aanwezig in het Fries Museum.

De Hindelooper kamer reisde in 1878 naar de Wereldtentoonstelling in Parijs. Vanaf 1883 was er in het Panopticum te Amsterdam een Hindelooper kamer met wassen beelden in Hindelooper klederdracht te zien.

De drempels van andere Hindelooper kamers werden platgelopen in 1888 op de Tentoonstelling van Oude en Nieuwe Kunstnijverheid te ’s-Gravenhage, in Dordrecht vanaf 1896 in het huis van de kunstverzamelaar Hiddde Nijland en vanaf 1888 in Hindeloopen in het Hindelooper Huis, een museum van de heer F. Rinia van Nauta. Het Kunstgewerbe Museum uit Düsseldorf bezat sinds 1896 een Hindelooper kamer en het Germanisches Nationalmuseum te Nürnberg richtte er in 1904 een in. De Hindelooper wooncultuur met de beschilderde meubelen, de kleurrijke klederdracht en andere typische stijlkenmerken inspireerde vele kunstenaars.

Christoffel Bisschop en Pieter Willen Sebes zijn hier grote voorbeelden van. Maar ook buitenlanders, of ze nou al of niet een bezoek aan Hindeloopen hadden gebracht, waagden er een of meerdere doeken aan. Martin Rau geeft hier een romantisch beeld van Hindeloopen.
Met alle andere bijzondere doeken beschikken wij over een unieke collectie schilderijen over Hindeloopen. Wij zijn trots op deze nieuwe aanwinst.
 

Hindelooper breistertje

Een nieuwe aanwinst. Het betreft een olieverfschilderij op op paneel van Pieter Willem Sebes (Harlingen 1827 – Amsterdam 1906). Een datering ontbreekt; het schilderij is geschilderd tussen 1850 en 1906. Een alleraardigst tafereel van een jong Hindelooper meisje, dat het schaarse buitenlicht gebruikt om nog een paar pennen te breien.
Het werk van Pieter Willem Sebes heeft vaak de Friese c.q. Hindelooper cultuur als onderwerp. Dit schilderij is hier een mooi voorbeeld van. 
 
Bij de in 2015 gehouden expositie ‘Jong in Hindeloopen’ is gebleken, dat er in de collectie diverse schilderijen zijn, waarop Hindelooper baby’s, peuters en/of jong volwassen meisjes staan afgebeeld. Een portret van een meisje tussen ca. 8 en 12 jaar ontbreekt. Met dit portret is deze lacune enigszins opgevuld. 
 
Daarnaast laat het schilderij een typische Hindelooper voorstelling zien, vaardig geschilderd, romantisch en van een dusdanige kwaliteit, dat het niveau van de schilderijencollectie hierdoor wordt verbeterd. De aankoop van het schilderij was mogelijk dankzij een bijdrage van de Boersma Adema Stichting uit Leeuwarden.